Een keiharde Spaanse vloek opent de
tirade van de directeur van luchthaven Los Rodeos tegen zijn geliefde en haar
vriendin die er per ongeluk bij staat. „Die schoften in de toren waren naar de
voetbalwedstrijd aan het luisteren! Hoe is het mogelijk?! De imbecielen, ze
weten dat het verboden is!” Hij raast nog even verder. Dan, dreigend, tegen de
beide verbouwereerde vrouwen: „Geen woord hierover, aan wie dan ook, of ik
vermoord jullie! Tot straks of tot morgen; ik moet dingen gaan regelen! Zwijg
alsjeblieft meisjes! Zwijg!”
Waarom ze haar getuigenis nooit eerder en
nooit op een officiële plaats heeft afgelegd, luidt de vraag. Christine Beauvois
kijkt vragend naar haar ex-echtgenoot, Gérard Schimmelpenninck, met wie ze van
1971 tot 1978 op Tenerife woonde. Hij geeft antwoord. „We hebben hier nooit in
de openbaarheid over gesproken omdat ik niet wist tot wie ik mij moest wenden.
Bovendien wilde mijn vrouw geen problemen met de Spaanse autoriteiten, want dan
zou ze haar werkvergunning verliezen. Door de nieuwe publiciteit van dit moment
rond de Teneriferamp, komen deze feiten weer bij ons boven.”
Christine Beauvois, een 28-jarige Belgische, bevindt zich op zondagmiddag 27
maart 1977 in de aankomsthal van vliegveld Los Rodeos op Tenerife. Als
reisleidster van Airtour Belgium heeft ze net een vertrekkende groep van
ongeveer 300 landgenoten ingecheckt. Het waren dolle weken, herinnert ze zich. „Veel
dubbele boekingen bijvoorbeeld. Gedoe en geregel. Er zaten zelfs mensen in mijn
eigen appartementje.” Nu wacht ze op een nieuwe groep van 300 vakantiegangers.
Die komen met het Sabena-toestel dat de anderen mee terug zal nemen naar het
vaderland.
Rode gloed
Verderop in de aankomsthal is het onrustig, er klinkt gebrul. In het gedeelte
waar Christine zich ophoudt, is het nog relatief rustig. „Geluiden van buiten
drongen niet tot ons door, wellicht kwam dat ook door de dikke mist waarin de
luchthaven op dat moment was gehuld.” Als Christine naar buiten kijkt, ziet ze
in die mist een rode gloed. Op dat moment krijgt ze een bang voorgevoel. „We
hoorden binnen niets van ontploffingen of zo, maar die rode zuil in de verte
voorspelde weinig goeds.” Even nadien trekt, door de intense hitte op de
rampplek, de mist op, zegt ze.
Haar bange vermoedens worden bevestigd op het moment dat in de aankomsthal drie
ernstig gewonde Amerikanen worden binnengebracht. Halfnaakt zijn ze, hun kleding
is grotendeels verbrand, net als hun huid. In shock zijn ze niet aanspreekbaar.
„Ze weten hun namen niet en kijken met lege, uitpuilende ogen om zich heen.”
Op dat ogenblik dringt in de luchthavengebouwen het bericht door dat er een
toestel vol vakantiegangers is verongelukt. Even later blijken het er twee te
zijn. Alles raakt in rep en roer. Christine: „Mijn klanten die ik net had
ingecheckt kwamen weer naar me toe: ze wilden gaan helpen. Want al snel werd
duidelijk dat het om heel veel slachtoffers ging. Mensen gingen spontaan naar
Avis of Hertz om een huurauto op te halen, zodat ze konden meehelpen om gewonden
naar de ziekenhuizen te brengen.”
Tmult
Op de luchthaven groeit het tumult. Overal om Beauvois heen lopen Spanjaarden te
brullen, in de veronderstelling dat er een Spaans toestel is gecrasht. „Ik dacht
eerst ook even: Het zijn vast míjn klanten. Pas toen er enkelen van de oude
groep naar me toekwamen, wist ik dat dat niet het geval kon zijn.”
Op het netvlies van Christine staat voor altijd het beeld van een blinde
Amerikaanse vrouw die, in shock, haar lichaam grotendeels verbrand, een deel van
haar broek nog aan, in de aankomsthal bleef rondlopen tot iemand haar wegleidde.
„Er ontstond even paniek. Wie moet waar zijn om wat te doen? En: wat is er nu
precies gebeurd?”
Op dat moment ontmoet ze, in een lege hoek van de aankomsthal, haar vriendin
Jetty, de chef-hostess van Airtour Belgium. Die heeft sinds enige tijd een
hechte relatie met de directeur van de luchthaven, weet Christine. Terwijl de
beide vrouwen staan te praten over de chaos die steeds erger wordt, stormt de
luchthavendirecteur op hen af.
In het Spaans begint hij te vloeken. „Die schoften in de toren waren naar de
voetbalwedstrijd aan het luisteren! Hoe is het mogelijk?! De imbecielen, ze
weten dat het onverantwoord en verboden is!” Hij raast nog even verder. Dan,
dreigend, tegen de twee verbouwereerde vrouwen: „Geen woord hierover, of ik
vermoord jullie. Zwijg alsjeblieft meisjes! Zwijg!” Hij beent weg, om pas veel
later weer op te duiken.
Gettoblaster
Bij de belastende feiten die de vrouwen voor zich dienen te houden, voegt zich
nadien nog een nieuw getuigenis, maar dat kan Beauvois zich niet meer herinneren.
Gérard Schimmelpenninck zegt het echter helder voor ogen te zien. Het verhaal
komt van ene Lieve, een collega-Airtour-reisleidster, en wordt hem nadien
bevestigd door „een oudere dame met grijs haar en een gouden brilletje” van wie
hij de naam niet meer weet. Diverse ooggetuigen zagen dat kort na de ramp een
zogenaamde gettoblaster -een gecombineerde radio/cassetterecorder- uit de
verkeerstoren is gevallen of gegooid. Het luchthavengebouw waar die getuigen
zich bevonden, grensde aan de toren.
Schimmelpenninck: „Ik was zelf ten tijde van het ongeval in ons huis in Las
Galletas, in het zuiden. Ik keek naar de voetbalkwalificatiewedstrijd
Hongarije-Spanje. Spanje deed mee in de strijd om de wereldbeker. Tenerife had
nog alleen zwartwittelevisie, in Spanje was al kleuren-tv, herinner ik me. De
uitzending werd abrupt onderbroken met een oproep aan al het medische personeel
dat op het eiland aanwezig was, artsen, verpleegsters, ambulancepersoneel, om
zich zo snel mogelijk naar Los Rodeos te begeven.”
Guardia Civil
Met zijn twee Nikons -hij is fotograaf en uitgever van vakantiekaarten- springt
Schimmelpenninck in zijn Seatje en rijdt zo hard hij kan de 80 kilometer tussen
Las Galletas en La Laguna, het stadje naast Los Rodeos. Bij Santa Cruz stuurt de
Guardia Civil hem echter onverbiddellijk terug. Alle wegen naar het vliegveld
zijn geblokkeerd, hij moet onverrichterzake terug naar huis, waar hij in angst
wacht op een telefoontje van zijn vrouw. Dat blijft lang uit, omdat op de hele
luchthaven slechts drie pay phones staan. „Het had toch ook het Sabena-toestel
kunnen zijn.”
.
Voor een voetbalwedstrijd, en zeker een van de nationale ploeg, zet een
Spanjaard echt alles opzij, weet Schimmelpenninck uit ervaring. „Na het
katholicisme is in Spanje voetbal de tweede religie. Het is daarom niet
verwonderlijk dat er, ondanks het verbod om in de verkeerstoren naar de radio te
luisteren, door de verkeersleiders toch op die belangrijke kwalificatiewedstrijd
werd afgestemd. Met alle gevolgen van dien voor de concentratie op het
vliegverkeer dat die middag toch al zo chaotisch was.”
.
Volgens Schimmelpenninck is het op Tenerife publiek geheim dat er in de
verkeerstoren niet alleen naar de voetbalwedstrijd werd geluisterd, maar ook
werd gekeken naar een kleine zwartwit-tv. „Het geluid daarvan stond uit, omdat
het radiocommentaar geestdriftiger was.”
Hoorbaar
„Zulke mensen die dit soort verklaringen af kunnen leggen, daar ben je in de
dagen na de ramp naar op zoek”, zegt Bruno Klaare. Hij was destijds als
vooronderzoeker van de Nederlandse Rijksluchtvaartdienst (RLD) op Tenerife.
Klaare weet voor zichzelf honderd procent zeker dat op de banden van de
verkeerstoren, het PanAm-toestel en de KLM-machine „geluiden van een
voetbalwedstrijd te horen zijn. Je zoekt naar mensen die dat kunnen bevestigen,
maar die zijn, als je ze nodig hebt, niet te vinden of ze willen geen verklaring
afleggen.”
In de laatste beslissende minuut voor de crash raakt alleen de Amerikaanse
bemanning gealarmeerd, zo blijkt uit de geluidsbanden. De Amerikanen vrezen dat
KLM vertrekt op het moment dat zij nog op de startbaan rijden. De
verkeersleiders daarentegen zijn opvallend rustig, bijna afwezig; zeker gezien
het feit dat ze twee Jumbo’s, die ze door de dikke mist zelf niet kunnen zien,
achter elkaar over de strartbaan laten taxiën.
In het officiële Spaanse onderzoeksrapport over de grootste crash in de
geschiedenis van de burgerluchtvaart ontbreekt zelfs de geringste verwijzing
naar een voetbalwedstrijd. Klaare: „De Spanjaarden hadden het recht om dat
rapport op te stellen; wij als Nederlandse instantie waren slechts in de positie
om daar commentaar op te leveren.”
De Spanjaarden wilden alleen de vinger leggen bij menselijke factoren in de KLM-cockpit,
zoals stress en gezagsverhoudingen, die mogelijk een rol speelden in de
aanleiding tot het ongeluk. Klaare: „Wij probeerden aan te tonen dat ook in de
verkeerstoren menselijke factoren -bijvoorbeeld het volgen van een
voetbalwedstrijd- een negatieve rol zouden hebben kunnen spelen. Maar het is
niet gelukt om dat commentaar in de officiële versie van het rapport te krijgen.”
Nederland kreeg bij die poging geen enkele steun, aldus de RLD-onderzoeker: „De
Spanjaarden hadden er alle belang bij om de schuld eenzijdig bij de
KLM-bemanning te leggen. De Amerikanen kregen we ook niet mee. Voor hen was de
Spaanse conclusie niet helemaal onwelkom.”
|