Analyse
Rapporten
CVR Transcript
Multimedia
Overige documenten
Downloads
Forum
Links
 

Eerste opdracht 

In gesprek met tandarts dhr. B. Slingenberg. Hij identificeerde de slachtoffers van Tenerife. 
Tenerife was zijn eerste opdracht, de tsunami van Tweede Kerstdag 2004 zijn grootste. Tandarts B. Slingenberg, nauw betrokken bij de werkzaamheden van het Rampen Identificatie Team: 'Dat er zoveel mensen van Tenerife geïdentificeerd zijn, was een hele grote prestatie’

Hoe kwam u terecht bij het Rampen Identificatie Team?

“Na de middelbare school ging ik tandheelkunde studeren in Utrecht. Na het voltooien van mijn studie ben ik gaan werken bij Defensie. Later werd ik bevorderd en werd chef luchtmachttandarts. Doordat men bij de identificatie van de slachtoffers van Tenerife gebrek had aan tandartsen, werd ik gebeld met de vraag of ik tandartsen beschikbaar wilde stellen voor hulp bij het identificatieproces dat zou plaatsvinden op Schiphol. Hoewel we op dat moment in een verhuizing zaten en het dus eigenlijk niet uit kwam, ben ik toch ook zelf meegegaan. Een keuze waar ik nooit spijt van gehad heb. Je komt daardoor ook met een heel andere kant van je beroep in aanraking. Het is vaak heel nuttig werk.

Er zijn wel eens discussies, over de vraag of we dit nou allemaal wel moeten doen. Argument om het niet te doen zijn de kosten; het kost natuurlijk nogal wat. Persoonlijk vind ik  wel dat het moet. Want het is voor de nabestaanden erg belangrijk als ze hun overledenen terug krijgen, met name voor het verwerkingsproces.”

Begin april worden de slachtoffers over gebracht naar Nederland. Eenmaal op Schiphol aangekomen, koersen de twee vliegtuigen richting hangar 9. Hier zal het verdere identificatiewerk plaatsvinden.

“Ik herinner me nog het moment dat we daar die hangar binnenkwamen. Je ziet zoveel kisten met daarin de dode lichamen en dan moet je echt even slikken. Dat is echt wel ‘shocking’ als je daar voor het eerst van je leven mee te maken krijgt. Op het moment van Tenerife had ik zelf twee kinderen van drie en één jaar oud. Als je dan bij je werkzaamheden een kind op je tafel krijgt, is dat wel moeilijk.

Nu, na bijna 30 jaar, ga ik daar iets anders mee om. Op een gegeven ogenblik ga je het allemaal anders zien. Je gaat het werk zien als één grote puzzel, waarvan je de stukjes bij elkaar moet krijgen. Soms zijn het hele ingewikkelde puzzels.  Als het goed is vallen aan het eind de stukjes goed in elkaar. Tegenwoordig hebben we daar ook computers voor. Bij de ramp op Tenerife kwamen de computers nog maar net op, dus alles ging nog handmatig.”

Bij identificatie worden er twee dossiers aangelegd. Ten eerste de post mortem gegevens, en ten tweede de ante mortem. De post mortem gegevens zijn de gegevens van ná de dood. Allerlei kenmerken van het dode lichaam worden vastgelegd. De ante mortem gegevens zijn de gegevens van vóór de dood. Bijvoorbeeld: ‘Hoe zag het gebit van desbetreffende persoon eruit?’

“Het is een heel gebeuren om gegevens boven de tafel te krijgen. Tenerife was rond de paasvakantie. Dat zorgde ervoor dat er ook tandartsen op vakantie waren. Dat is een belemmering voor het verzamelen van de gebitgegevens van een slachtoffer. Deze gegevens zijn het belangrijkst.

Lichamen herken je ook niet meer. Eén geval herinner ik me nog erg goed. We waren er ook allemaal nogal geëmotioneerd van. Zo te zien lag er een moeder met een kind in haar armen. Toen we een röntgenfoto gingen maken bleek het een draagbare radio te zijn… Er is zo’n enorme hitte, lichamen verbranden, en worden echt onherkenbaar.

Bij identificatie ga je voor honderd procent. Er zijn situaties denkbaar dat het wel heel waarschijnlijk is dat het om persoon A gaat, maar we gaan alleen voor zeker weten. Slachtoffers worden ook alleen als geïdentificeerd beschouwd als we het voor 100% zeker weten.

Is identificeren geen emotioneel werk?

“Je moet voor jezelf proberen om de emotie er buiten te houden, anders kun je er zelf aan onderdoor gaan. Verder is ook het gevaar aanwezig, dat je werk gaat lijden onder je emotie en dat mag niet. Over het algemeen komen wij om die reden ook niet in aanraking met nabestaanden.

Tijdens de identificatiewerkzaamheden overnachtte ons team in het IBIS-hotel. Dat was wel erg goed, want dan heb je ’s avonds mensen om tegen aan te praten. Onderling was er een erg goede sfeer. Dat is ook mijn ervaring: bij een ramp ben je echt een team! De nazorg is meestal heel erg goed. Zelf heb ik daar gelukkig nooit gebruik van hoeven maken.”

Heeft Tenerife invloed gehad op uw leven?

“Ja, een dergelijke gebeurtenis heeft inderdaad wel invloed. Ook omdat ik vanaf Tenerife betrokken ben bij het identificatiewerk. Ik denk ook dat, sinds ik dit werk doe, ik erg goed besef dat een er een eind aan het leven komt. Je leeft bewuster.

Ik ben niet door Tenerife anders gaan denken over vliegen. Je ziet ook auto ongelukken gebeuren, maar dan zeggen we ook niet:  ‘We laten de auto voortaan maar staan.’ Vroeger had ik wel last van vliegangst, dat had overigens niets met Tenerife te maken. Maar ik heb geprobeerd mezelf over die angst heen te zetten, en dat is me gelukt.”

Op de vraag of Tenerife zijn ergste opdracht ooit was, antwoordt hij ontkennend. “Dat was de tsunami, daar was sprake van nog meer slachtoffers. Toen wij daar aankwamen lagen er al  rond de 1500 lichamen op ons te wachten terwijl er een onophoudelijke aanvoer van steeds weer nieuwe lichamen gaande was. Maar Tenerife staat zeker op twee; wat Tenerife zo bijzonder maakt is dat het mijn eerste keer was.

Is er verschil tussen de tsunami en Tenerife?

“Het probleem bij Thailand was dat het een open ramp was, je wist niet precies wie er vermist waren. Er schenen bijvoorbeeld  illegalen te zijn.  Van deze mensen heb je geen ante mortem gegevens, maar deze heb je echter wel nodig om te kunnen identificeren. Dat was bij Tenerife anders. Dat was een gesloten ramp. Doordat elke passagier ingeschreven stond, had je informatie over mensen. Dat is erg belangrijk.”

U was betrokken bij de afwikkeling van de ramp. Heeft u ook willen weten hoe alles kon gebeuren?

“Ja, onbewust houd je jezelf daar toch mee bezig. Als ik de krant open sla en ik zie ‘Tenerife’ staan, dan valt je oog daar toch op. Als ik zie dat er over geschreven wordt,  wil ik dat ook wel lezen. Al zou er morgen een documentaire over Tenerife zou worden uitgezonden, wil ik die ook zeker zien. Ik heb natuurlijk meer rampen meegemaakt, maar indrukken vergeet je nooit. Namen kan ik vergeten, maar die beelden echt niet.

Wíe daar de schuld is…? Er zijn zoveel factoren die meespeelden. Je kan er lang over nadenken, maar de mensen krijg je er niet mee terug."

Rampen Identificatie Team

"Tenerife heeft heel veel bijgedragen aan de oprichting van het Rampen Identificatie Team. Slingenberg: “Het is echt een heel professioneel team. Alles staat klaar; je kunt het zo meenemen. Daardoor waren we  samen met het team van Australië bijvoorbeeld het snelst in Thailand bij de tsunamie slachtoffers. Dat komt ook doordat wij al een gestructureerd systeem hebben. Als ik nu gebeld wordt voor het identificeren bij een grote ramp, weet ik wat mijn taak is.

Bij Tenerife is uiteindelijk 82% van de Nederlandse slachtoffers geïdentificeerd, een uitstekende prestatie. ik denk dat, met de komst van de nieuwe technologieën, het percentage dichtbij de honderd procent zou liggen."

Link:

Pagina van de RIT